PZC 22 oktober 2021
Maffe namen, best lekker, nee smakelijk zelfs, recenseerden we om natafelend vast te stellen dat we ongemerkt steeds vaker vegetarisch of zelfs vegan eten. En dat in Zeeland, dé provincie van de biefstuk en bal gehakt, waar slechts enkele restaurantkoks de vlees- en zuivelloze kookkunst al beheersen. Die gevulde aubergine met bloemkoolrisotto laatst in een kusthotel was niet te kanen.
“Zonder kunstmest geen voedsel, is een simpele waarheid, doceert de slagerszoon”
Er is straks geen plek meer op aarde om alle water slurpende granen, soja en maïs te telen om die honderden miljoenen runderen te fokken die de snel groeiende wereldbevolking zal verorberen. Nu vreten die arme beesten al meer dan de helft van deze gewassen op. En dan is er de fossiele energie-slurpende kunstmestproductie. Zonder kunstmest geen voedsel, is een simpele waarheid, doceert de slagerszoon, bepaald niet het type Partij van de Dieren-stemmer. Heel veel minder vlees eten moet gewoon.
Aan onze eettafel leidt dat natuurlijk tot de prangende vraag of we ‘om’ gaan. Oei, helemaal vegetarisch of vegan? Geen kaas? En onze favoriete Vlissingse restaurants dan? En die uitnodiging voor dat Gentse diner met Carpaccio van West-Vlaams Rood en een Hammetje met Tierenteynmosterd? Tja. Als we nou alles met mate doen zoals mijn moeder altijd zei? Mmm, goed plan. Wat eten we morgen?
Heel veel minder vlees eten moet gewoon.